Het besef van vreemdelingschap op aarde en het verlangen naar de hemelse heerlijkheid lijken in onze tijd aan betekenis in te boeten. In de geschiedenis van theologie en vroomheid neemt dit aspect van het christelijk geloof echter een belangrijke plaats in. De auteur van Verlangen naar het Vaderland brengt dit thema onder de aandacht aan de hand van een zevental bekende theologen uit het verleden. Hij begint bij de kerkvader Augustinus, daarna staat hij stil bij twee middeleeuwse auteurs: Bernardus van Clairvaux en Thomas à Kempis. Vervolgens geeft hij een schets van de manier waarop Luther en Calvijn de gerichtheid op de eeuwigheid verwoordden. Er wordt ook aandacht geschonken aan het hemelverlangen dat opklinkt bij een piëtistische auteur uit de Nadere Reformatie, namelijk Willem Teellinck.
Ten slotte laat de auteur zien hoe de prediker Kohlbrugge het christelijke vreemdelingschap beleefde en hoe hij het verlangen naar het Vaderland vertolkte.